Vanuit Beppu ben ik met de trein en boot naar een klein eilandje gegaan, Naoshima.

Ik had gelezen dat hier een aantal musea waren die de moeite van het bezoeken waard waren. Ik heb een soort cottage aan het strand geboekt, Japanse stijl dus met matjes op de vloer. Met uitzicht over het strand en de zee, heel mooi.

Meteen de avond van aankomst heb ik een museum bezocht dat nog open was, half ingegraven/uitgehouwen in de berg met prachtig uitzicht over de zee. Niet alleen het gebouw was mooi, maar in combinatie met de kunst-collectie klopte het helemaal. Overal op dit eiland is kunst te zien, ook daar waar je het niet verwacht. Zomaar ergens op een rots of op het strand, de meest maffe dingen.

De volgende ochtend ben ik de rest van het eiland gaan ontdekken. Er zijn ook verschillende oude huizen omgebouwd tot museum, dus je ziet een mooi opgeknapt traditioneel Japans huis met daarin een tentoonstelling. Of soms is het huis zo verbouwd dat het zelf een kunstwerk is geworden. Hele mooie dingen heb ik gezien, bijvoorbeeld een museum waar het pikkedonker was en waar je een tijdje in moest blijven voordat je de kunstwerken kon onderscheiden. Of een ruimte met een blauw schilderij, denk je. Totdat je ziet dat je er in kunt lopen en het een gang blijkt, echt apart.

In de middag ben ik weer met de boot, bus en verschillende treinen naar de volgende bestemming gegaan, Takayama (op 7 en een half uur reizen!). Als ik wat meer tijd had gehad was het zeker de moeite waard geweest om hier nog wat langer te blijven. Maar ook al heb ik zoveel tijd in totaal deze reis, nu begint het toch te dringen. Ik wil nog zoveel zien hier in Japan dus moet ik weer verder.